Takt(verlies)

Je ziet het soms in de wendingen en in verruimingen in draf maar ook wel in de zijgangen. Ook kan het komen doordat paarden of pony’s onzeker worden doordat ze op een gladde bodem lopen of zelfs al een keer uitgegleden zijn.

Waar hebben we het dan over? Takt of taktverlies zoals het vaak op de coupon staat. 

In het ‘scala van de africhting’ is takt het eerste wat genoemd wordt in de gewennings- of vertrouwensfase. In het dressuurproevenboekje wordt takt als volgt omschreven: ‘Met takt wordt ritme, exacte regelmaat en de juiste volgorde van de beenzetting behorende bij de desbetreffende gang bedoeld. In de stap is dit een viertakt, in de draf een tweetakt en in de galop een drietaktbeweging. Takt is de gelijkmatigheid van de beweging naar afstand (lengte) en tijd. Daarmee wordt bedoeld dat iedere pas even groot is en even lang duurt en ook dezelfde bewegingsafloop heeft. Met ritme wordt de gelijkmatigheid in tijdsduur van de beweging tussen optillen en neerzetten van de benen bedoeld. Dat wil zeggen dat iedere pas even langt duurt. Het door het paard in alle gangen vasthouden van het ritme is het basisbeginsel voor de dressuur. Onder regelmaat wordt het gelijk blijven in tijdsduur van de ondersteuningsmomenten van de benen van het paard en de gelijke paslengte behorende bij de desbetreffende gang verstaan. Het gaat om de gelijkmatigheid van de beweging naar afstand, iedere pas is even lang (bijvoorbeeld kort – lang is onregelmatig).’ 

Om taktmatige bewegingen te kunnen tonen, is een verende rug nodig. De spieren van een paard moeten ongedwongen en soepel worden aangespannen en ontspannen. Alleen als een paard zowel fysiek als geestelijk ontspannen is, kan hij optimaal bewegen. 

Taktverlies ontstaat vaak door balansverlies (bijv.: nog niet voldoende ontwikkeld zijn of gladde of zware bodems) of verkeerd inwerken van de ruiter maar kan ook ontstaan door spanning (zowel van het paard en/of de ruiter), niet goed passend zadel (beperkt de beweging), spierproblemen of medische problemen. 

Probeer taktverlies op te lossen door het paard voorwaarts te rijden en het niet in zijn bewegingen te belemmeren. Blijft het paard taktverlies tonen dan is het belangrijk om uit te zoeken (met deskundige experts) waar dit vandaan komt. 

Coach versus instructeur

Al een tijdje ben ik naast instructeur Horse Profile Coach en recentelijk ook Ruitervoorkeuren Coach. Wat is dit en wat is het verschil tussen een instructeur en coach?

Een coach zal meer inspelen op de behoeften van de ruiter, maakt deze bewust van zijn of haar  natuurlijke en voorkeursgedrag, zoekt naar de motorische voorkeuren en de juiste leerstrategie en maakt je bewust van je eigen ruitertechniek. Weet daarnaast wat jouw communicatievoorkeuren zijn en hoe deze zijn in te zetten in de les. Een coach zal dus niet vanuit zijn eigen voorkeuren lesgeven maar zoeken naar die van de ruiter. 

Met Horse Profile en Ruitervoorkeuren kun je:

  • inzicht krijgen in je voorkeurs- en natuurlijke gedrag.
  • inzicht krijgen in je motorische voorkeuren.
  • inzicht krijgen in je eigen gedrag.
  • inzicht krijgen in hoe je op de meest effectieve manier leert.
  • inzicht krijgen in de voorkeuren van je paard.
  • inzicht krijgen in hoe je jouw gedrag kunt afstemmen op de voorkeuren van je paard zodat je prettiger met elkaar omgaat en effectiever traint met betere resultaten. 
  • inzicht krijgen in wat voor jou belangrijk is en waar je energie van krijgt tijdens het rijden.
  • leren een betere ruiter te worden met de houding, beweging en techniek die bij jou past. 
  • de samenwerking met je paard verbeteren.
  • veel beter leren rijden als je weet wat voor jou werkt. 
  • meer resultaat uit je trainingen halen. 
  • Je paard beter leren aanvoelen.
  • weer leren vertrouwen op je eigen gevoel.
  • de ideale ruitertechniek leren te gebruiken en te verbeteren die bij jou hoort en op jouw lijf geschreven is. 

Door Horse Profile en Ruitervoorkeuren weet ik ook wat mijn natuurlijke en voorkeursgedrag is en wat mijn motorische voorkeuren zijn. Ik ken mezelf beter en kan daardoor ook beter bij anderen hun voorkeuren en behoeften herkennen.

Vraag je je dus wel eens af waarom de aanwijzingen van de instructeur niet het gewenste effect hebben? Of waarom je maar moeite blijft houden met je houding en zit? En waarom het bij die ander wel lukt maar bij jou niet? Of hoor je regelmatig dezelfde instructies waar je eigenlijk niets mee kan? Dan kan ik jou vast helpen. Neem voor meer informatie contact op. 

Zadelproblematiek

In een vorige blog heb ik het al eens gehad over de invloed van een slecht passend zadel op de spieren van je paard. Als ik in mijn lessen een paard tegen kom die problemen heeft met stelling, buiging, linker- of rechtergalop of de zijgangen, verminderde voorwaartse drang heeft, scheef loopt, een voorbeen heeft wat minder naar voren grijpt, rug niet wil gebruiken, lastig is met aansingelen/opstappen, of protesteert tijdens het werk vraag ik altijd of het zadel aangepast is door een zadelmaker en of dat recentelijk nog is nagekeken. Kom ik tijdens een massagebehandeling gespannen en/of pijnlijke spieren tegen in de zadelregio en/of het singelgebied of constateer ik verminderde bespiering dan check ik altijd na afloop het zadel en bij twijfel adviseer ik om het zadel te laten controleren. Omdat ik veel van deze problemen tegenkom geef ik vaak het advies om het zadel te laten controleren. 

Nu is het ook wel eens mooi om te laten zien wat het verschil kan zijn. 

Een van mijn leerlingen heeft een 6-jarige ruin die als jong paard is aangekocht. Hij heeft alle tijd gekregen van zijn eigenaresse en is rustig in eigen beheer zadelmak gemaakt. 
De hals wat op lengte brengen en daar verbinding krijgen was erg moeilijk, vaak bleef hij te rond in de hals en achter de loodlijn. Hij zwaaide erg uit in de wending naar links en de linker stelling- en buiging bleef hij lastig vinden. Ook bleef hij wat strak in het voorbeen. Zie foto 1.

En een sportmassagebehandeling volgde. Ik trof gevoeligheid aan in de schoftregio aan beide kanten en in het gebied achter het zadel. Ook de hals was aan beide kanten erg gevoelig. Mijn advies was om opnieuw het zadel na te laten kijken echter na aanpassing kwam er geen verbetering. Er moest verder gezocht worden in de vorm van een ostepaat.  Ook die gaf aan dat het zadel nagekeken moest worden waardoor een andere zadelmaker is benaderd.  Die concludeerde dat het huidige zadel niet aangemeten had mogen worden en dat er toch een ander zadel moest komen. Bij het passen van het huidige zadel was al direct zoveel verschil te merken in de vrijheid van de beweging en ook in de trainingen werd er nu weer progressie geboekt. Zie foto 2 en 3.

Blijf dus bij problemen altijd doorzoeken, ook al is er al eens iemand bij geweest. En vertrouw op je gevoel, uiteindelijk ken jij je paard het beste. Voelt het niet goed aan dan niet twijfelen, je hebt vaak gelijk…

Rekken en strekken

Heb je wel eens gezien dat een paard zich uitrekt? 

Als paarden zich uit rekken dan strekken ze een achterbeen recht naar achteren of plaatsen de beide voorbenen naar voren en zakken dan naar beneden terwijl de voorbenen recht blijven. Dit kan een klein stukje zijn of soms zelfs zover dat de ellebogen bijna de grond raken. 

Na langere tijd inactief te zijn geweest kunnen de spieren wat stijf aanvoelen omdat de bloedtoevoer dan afneemt. Door uitrekken worden bepaalde spiergroepen voorzichtig opgerekt, zodat het bloed weer goed rond gaat stromen. De spieren en het omliggend weefsel krijgen voldoende zuurstof en andere voedingsmiddelen bezorgd doordat de bloedsomloop wordt gestimuleerd. 

Door rekken en strekken worden de spieren verlengd, flexibiliteit vergroot, souplesse verbeterd en daarmee de bewegingsvrijheid vergroot. Het stretchen levert ook nog een positieve bijdrage aan de stabiliteit. 

Er zijn verschillende rek- en strekoefeningen die je zelf kan doen met je paard. Voor het stretchen is het belangrijk het paard los te maken (warming-up). Probeer nooit koude spieren te stretchen! Koud, slecht doorbloed weefsel is gevoeliger voor blessures. Een paardensportmasseur kan je na de behandeling van je paard specifieke oefeningen mee geven om de beweeglijkheid en souplesse te bevorderen.


Trapezius

De m. trapezius is een brede, vrij dunne spier die uit twee delen bestaat, het cervicale en thoracale deel. Het cervicale (voorste) deel trekt de schouder (scapula) naar voren en het been naar achteren (retractie). Het thoracale deel trekt de schouder naar achteren en het been naar voren (protractie). Daarnaast brengt de trapezius de schouder naar binnen (adductie) en het been naar buiten (abductie).

Bron: ABC of the Horse

Een pijnlijke trapezius kan de beweging van het voorbeen naar voren of naar achteren beperken. Het achterste deel van de trapezius ligt onder de voorkant van het zadel. Slecht passende zadels kunnen dit gedeelte van de trapezius behoorlijk beschadigen. Overmatige druk van een zadel gedurende langere tijd kan zelfs zorgen voor spieratrofie. Teveel druk op de trapezius verstrakt de gehele schouder. Dit uit zich bijvoorbeeld in het moeite hebben met oprichten of uitstrekken. Een goed passend zadel en regelmatige controle is daarom belangrijk. 

Splenius


We zien allemaal graag een paard met een mooie, goed ontwikkelde hals. Een van de spieren die hiervoor zorgt is de m. splenius. De splenius bestaat uit 2 delen; de splenius capitus die van het hoofd naar de schoft loopt en de splenius cervicus die van de schoft naar de 3e en 5e halswervel loopt. De functie van de splenius is het optillen van het hoofd en het strekken van de hals (opwaartse beweging). In oprichting zie je deze spier dan ook heel mooi opbollen. Het is dus van belang dat de splenius geactiveerd wordt om een mooie hals te krijgen. 

Bron: ABC of the Horse


Uit verschillende studies over het effect van hoofd-halshoudingen op de spieractiviteit in de hals is gebleken dat de splenius minder activiteit vertoonde in de gehyperflecteerde positie. De brachiocephalicus (zie vorige blog) vertoonde een hogere activiteit in vergelijking met de vrije en verzamelde positie. De splenius is het meest actief in de vrije positie in alle gangen. 

Zorg er daarom voor dat het paard voldoende lengte heeft in zijn hals en dwing hem niet in een bepaalde houding. Trainen met hoofd-halshoudingen voor de loodlijn leidt tot activering van spieren van de bovenlijn, de splenius en trapezius (hierover meer in een latere blog). 

In de vrije positie is de splenius het meest actief. Zorg er daarom voor dat het paard voldoende lengte heeft in zijn hals en dwing hem niet in een bepaalde houding.

Brachiocephalicus

De m. brachiocephalicus is een belangrijke onderhalsspier en brengt het voorbeen naar voren, buigt het hoofd naar beneden en zorgt voor de zijdelingse buiging. 

Paarden die moeite hebben met de nageeflijkheid en veel tegen de hand komen hebben een weinig ontwikkelde bovenlijn en sterk ontwikkelde onderhalsspieren, waar de brachiocephalicus er een van is. 

Bij veel aanleuningsproblemen zie je een gevoelige brachiocephalicus. Een paard wat in een houding gedwongen wordt en teveel wordt vastgehouden met de hand krijgt spanning op de brachiocephalicus. Ook verkeerd gebruik van de slofteugel zorgt ervoor dat deze spier op de verkeerde manier ontwikkelt. Paarden die de onderhals vastzetten hebben minder ruimte in de beweging naar voren, je ziet dan een wat stekerige beweging. Ook gespannen paarden kunnen hun onderhals vastzetten maar ook het exterieur van het paard kan er mede de oorzaak van zijn dat een paard zijn onderhals eruit drukt. Bij kreupelheden aan het voorbeen zal de brachiocephalicus erg gespannen en pijnlijk zijn doordat het kreupele been ontlast wordt. 

De brachiocephalicus is makkelijk zelf te voelen. Hij loopt van de schedel naar de bovenarm. Als je met je hand van boven naar beneden langs de hals glijdt dan kun je onderaan bij de aanzet van de hals de hand losjes om de spier leggen. Masseer zachtjes de spier, deze hoort zacht en gemakkelijk te kneden te zijn. Loopt het paard achteruit of reageert hij nukkig of pijnlijk dan is de spier gespannen. De brachiocephalicus zit zowel aan de rechter- als aan de linkerkant, probeer ook te voelen of er verschil zit in spanning tussen links en rechts. Bij een pijnlijke brachiocephalicus is het raadzaam een sportmasseur in te schakelen. Bij een vermoeden van kreupelheid is uiteraard een controle door een dierenarts aan te raden.

1 = M. Brachiocephalicus
Bron: ABC of the Horse

Paardentandarts

Doppen op tanden, haken, scherpe randjes en wolftandjes kunnen in de paardenmond voor veel (pijnlijke) problemen zorgen. Problemen met eten zoals proppen maken, morsen, slechte mondgeur, neusuitvloeiing en kopschuw. Ook veel aanleuningsproblemen zijn terug te voeren op mondproblemen zoals, hoofd schudden, tong uit de mond, minder lengtebuiging naar een kant, moeilijk nageeflijk willen zijn, gevoelig op het bit, bit vastpakken of niet aan willen nemen, geen of slecht reageren op de teugelhulp of zelfs staken, bokken en vluchten. Meestal geeft het paard dus al signalen af van problemen met het gebit. Het is aan ons deze signalen te herkennen. 

Bij mijn eigen paard had ik al wat lichte signalen gezien, ze heeft moeite met de linkerbuiging en haar kauwspieren zijn niet symmetrisch ontwikkeld, rechts meer als links. En ook bij de Equine Assessment Blueprint die ik heb uitgevoerd kwam er in zone 4 wel wat reactie. Maar inmiddels weet ik dat Elly een enorme binnenvetter is en slecht laat zien wat ze mankeert dus erg benieuwd naar wat er na een controle van de tandarts naar voren zou komen. 

Elly bleek aan de binnenkant van de achterste kies aan de linkeronderkant een grote scherpe haak te hebben en aan de zijkanten scherpe randen. De beweeglijkheid links werd hierdoor beperkt, maar ook bij de aanleuning komen de voortanden niet mooi recht op elkaar. De tanden voor waren scheef afgesleten. . De haak is verwijderd, de kiezen zijn weer mooi glad gemaakt en de voortanden zo ver mogelijk recht gemaakt. Omdat de tanden en kiezen van het paard voortdurend doorgroeien zorgen de aanpassingen die aan het gebit gedaan zijn ervoor dat de voortanden weer rechter groeien. 

Na een dag zonder bit ivm wat gevoeligheid weer opgepakt met longeren. Ze is al veel rechter linksom en kijkt niet meer zo naar buiten. Nu weer lekker oppakken met rijden en kijken of we daar verschil kunnen merken.

Dierenarts en paardentandarts Annelous Kist aan het werk.
Op deze foto is goed te zien dat de rechterkauwspier (van heet paard) meer ontwikkeld is dan de linker.
Tijdens de behandeling niets laten merken behalve een hele hoge hartslag, maar na afloop…….Gezichtsuitdrukking spreekt boekdelen.

(On)gezonde wedstrijdspanning

De coronamaatregelen zijn dusdanig versoepeld dat het weer mogelijk is om deel te nemen aan meetmomenten. Na de gedwongen wedstrijdpauze staan de meeste ruiters te popelen om weer met hun paard of pony in de dressuurring te verschijnen. 

Inmiddels hebben de meesten ook al hun eerste meetmoment(en) gereden en heb ik er al een aantal gejureerd. Allemaal blije ruiters en amazones die vol enthousiasme de baan inrijden en dan gaat het bij sommigen mis. Ineens is alles eng, wordt er niet meer (voldoende) gereageerd op de hulpen, wil het paard niet meer voorruit of juist alleen maar heel hard. Hoe komt dat nou?

Is het een gebrek aan wedstrijdritme of ligt er meer aan ten grondslag? 
* Ga je ineens anders rijden dan thuis in de training omdat het nu maar even ‘moet’ gebeuren? Je paard zal zeker anders reageren door je andere manier van rijden.
* Ben je voldoende gemotiveerd? Het je de juiste doelen gesteld? Hoe ga je bereiken wat je wilt. Dat kan je in de voorbereiding én in de proef veel houvast geven.
* Sta je stijf van de zenuwen omdat je weer de ring in moet? Grote kans dat je ‘vergeet’ te rijden.
* Je bent afgeleid door de omgeving (bodem/jury/publiek/tegenstanders/weer/entourage) Het is belangrijk dat je je richt op je rijden en niet wat er om je heen gebeurt.
* Heb je een verlaagd zelfvertrouwen? Denkfouten zijn de basis van negatieve gedachten, die zorgen voor een verlaagd zelfvertrouwen én verminderde prestaties.
* Verval je door ongunstige omstandigheden van je gewenste gedrag in je natuurlijke gedrag? Hier bewust van zijn helpt je terug te keren naar het gewenste gedrag.
* Ken je de persoonlijke voorkeursstijl van je paard? Dan heb je al belangrijke stappen gezet in het optimaliseren van de omgang en samenwerking met je paard.
* Kent jouw omgeving (groot/voorlezer/chauffeur/instructeur) jouw persoonlijke ruitertype, communicatie- en leerstijl? Dan weten ze hoe ze met je moeten communiceren op de wedstrijddag.

Ik ben gecertificeerd Horse Profile Coach en met toevoeging van modules Instructiepsychologie, Wedstrijdspanning en Focus kan ik je hiermee helpen. 

Ruitervoorkeuren

Gebaseerd op Action Type heeft Suzanne Heemskerk hier het unieke programma van Ruitervoorkeuren uit ontwikkeld.  Met ruitervoorkeuren kun je je eigen motorische leerstijl achterhalen en de training daarop afstemmen. Je krijgt meer inzicht in je eigen functioneren en het geeft handvatten voor communicatie.

Door de het volgen van de cursussen Ruitervoorkeuren Level 1 en Level 2 kan ik als instructeur beter inspelen op de behoeften van de ruiter door aanwijzingen te geven die behoren bij de eigen motorische leerstijl. Met kleine aanwijzingen kunnen er dan al enorme stappen gemaakt worden. 

Het Ruitervoorkeuren profiel maakt mij als instructeur nog bewuster van mijn eigen motorische leerstijl en is naast het Horse Profile een hele mooie aanvulling om nog beter in te kunnen spelen op de voorkeuren van de ruiter.

Klik hier voor meer informatie over een Ruitervoorkeurenprofiel.
Klik hier voor meer informatie over Horse Profile.
Klik hier voor meer informatie over Action Type.

Totaalcoachen XL – Begeleiden met ActionType
De unieke benadering in coachen en trainen
Jan Huijbers, Peter Murphy en Bennie Douwes