Doppen op tanden, haken, scherpe randjes en wolftandjes kunnen in de paardenmond voor veel (pijnlijke) problemen zorgen. Problemen met eten zoals proppen maken, morsen, slechte mondgeur, neusuitvloeiing en kopschuw. Ook veel aanleuningsproblemen zijn terug te voeren op mondproblemen zoals, hoofd schudden, tong uit de mond, minder lengtebuiging naar een kant, moeilijk nageeflijk willen zijn, gevoelig op het bit, bit vastpakken of niet aan willen nemen, geen of slecht reageren op de teugelhulp of zelfs staken, bokken en vluchten. Meestal geeft het paard dus al signalen af van problemen met het gebit. Het is aan ons deze signalen te herkennen.
Bij mijn eigen paard had ik al wat lichte signalen gezien, ze heeft moeite met de linkerbuiging en haar kauwspieren zijn niet symmetrisch ontwikkeld, rechts meer als links. En ook bij de Equine Assessment Blueprint die ik heb uitgevoerd kwam er in zone 4 wel wat reactie. Maar inmiddels weet ik dat Elly een enorme binnenvetter is en slecht laat zien wat ze mankeert dus erg benieuwd naar wat er na een controle van de tandarts naar voren zou komen.
Elly bleek aan de binnenkant van de achterste kies aan de linkeronderkant een grote scherpe haak te hebben en aan de zijkanten scherpe randen. De beweeglijkheid links werd hierdoor beperkt, maar ook bij de aanleuning komen de voortanden niet mooi recht op elkaar. De tanden voor waren scheef afgesleten. . De haak is verwijderd, de kiezen zijn weer mooi glad gemaakt en de voortanden zo ver mogelijk recht gemaakt. Omdat de tanden en kiezen van het paard voortdurend doorgroeien zorgen de aanpassingen die aan het gebit gedaan zijn ervoor dat de voortanden weer rechter groeien.
Na een dag zonder bit ivm wat gevoeligheid weer opgepakt met longeren. Ze is al veel rechter linksom en kijkt niet meer zo naar buiten. Nu weer lekker oppakken met rijden en kijken of we daar verschil kunnen merken.