De m. brachiocephalicus is een belangrijke onderhalsspier en brengt het voorbeen naar voren, buigt het hoofd naar beneden en zorgt voor de zijdelingse buiging.
Paarden die moeite hebben met de nageeflijkheid en veel tegen de hand komen hebben een weinig ontwikkelde bovenlijn en sterk ontwikkelde onderhalsspieren, waar de brachiocephalicus er een van is.
Bij veel aanleuningsproblemen zie je een gevoelige brachiocephalicus. Een paard wat in een houding gedwongen wordt en teveel wordt vastgehouden met de hand krijgt spanning op de brachiocephalicus. Ook verkeerd gebruik van de slofteugel zorgt ervoor dat deze spier op de verkeerde manier ontwikkelt. Paarden die de onderhals vastzetten hebben minder ruimte in de beweging naar voren, je ziet dan een wat stekerige beweging. Ook gespannen paarden kunnen hun onderhals vastzetten maar ook het exterieur van het paard kan er mede de oorzaak van zijn dat een paard zijn onderhals eruit drukt. Bij kreupelheden aan het voorbeen zal de brachiocephalicus erg gespannen en pijnlijk zijn doordat het kreupele been ontlast wordt.
De brachiocephalicus is makkelijk zelf te voelen. Hij loopt van de schedel naar de bovenarm. Als je met je hand van boven naar beneden langs de hals glijdt dan kun je onderaan bij de aanzet van de hals de hand losjes om de spier leggen. Masseer zachtjes de spier, deze hoort zacht en gemakkelijk te kneden te zijn. Loopt het paard achteruit of reageert hij nukkig of pijnlijk dan is de spier gespannen. De brachiocephalicus zit zowel aan de rechter- als aan de linkerkant, probeer ook te voelen of er verschil zit in spanning tussen links en rechts. Bij een pijnlijke brachiocephalicus is het raadzaam een sportmasseur in te schakelen. Bij een vermoeden van kreupelheid is uiteraard een controle door een dierenarts aan te raden.